Branding

PERIKELEN MET DE EH6

OF

WORKSHOP DROOGVALLEN IN DE BRANDING OP LAGERWAL

Omdat iedereen er zo van genoten heeft wil ik op deze plaats het verhaal een keer goed vertellen.

Zaterdag 16 september, 10.00 uur. We wachten op Carla uit… Het is net uit met haar relatie en wij nemen haar een weekendje “geheel verzorgd” mee naar het Wad. Het plan is om naar Simonszand te gaan en daar droog te vallen. Weersverwachting: zaterdag zuid, zondag oost; 3 tot 4. Lekker kokkerellen, eten en veel luisteren – De ultieme wad-ervaring leek mij.

10.15 – Carla komt aan: lopend! Haar auto is 500m voor de jachthaven gestrand. Haar spullen opgehaald en de auto zien we zondag wel weer (Heat-block – of benzine op of zo, dacht ik). Snel nog een slaapzak geleend bij Tet Loos (bedankt). Tegen elf uur, ruim vier uur voor HW, varen we de haven uit.

Het is de verwachte prachtige tocht: het hele stuk is bezeild. Ook hebben we inmiddels goed aan ons gemiddelde gewerkt, we zijn al drie keer aan de grond geweest op 2 á 3 uur voor HW. We moeten af en toe een slag maken en als de wind meer naar de oost draait gaat onze koers ook steeds meer noordelijker verlopen. Volop van die mooie septemberzon, een paar wolkjes. Om vijf uur zijn we bij ZOL 4, onder zeil, motor aan -stand by- om naar het bekende veilige ankerplekje te varen. Het werd ook tijd, want iedereen is wel aan rust en eten toe.

Maar waar hebben ze Simonszand nou gelaten? Kijken, zoeken, ondergelopen?

Als ik zo naar die golf-patroontjes kijk, die ik met het zand van vroeger vergelijk, dan moet hier toch ergens de ingang zitten. Hé ja, daar staat ook nog de visstaak, Bingo!

“Marion wil je even peilen?”

“Ja, komt eraan!”

GROND

“Hoeft niet meer”.

GROND

“Wel

GROND

Motor

GROND

Achteruit

GROND

Zeil naar beneden

GROND GROND GROND GROND GROND enz.

Ineens zitten we in een branding die de boot in z’n greep houdt. We liggen dwars op de wind op een plaat te beuken. Na een half uur vergeefs baggeren en drie pogingen met het anker te water geef ik het op.

Voor Carla wordt de spanning te machtig en ik moet er alles aan doen, voor mezelf en de rest van de bemanning, de rust te bewaren. Ik besluit de natuur het te laten winnen en wij vallen vrij snel droog. Het anker breng ik nog naar het diepere water uit en dan houden we overleg.

We zijn twee uur na HW op lagerwal aan de noordkant van Simonszand vastgelopen met wind 3 uit het noordoosten. Tijdens het zoeken naar de “ingang” heeft het tij ons onopgemerkt naar het noorden verplaatst en we liggen op de kop van de oude zand. Het komende hoogwater is één centimeter hoger dan het vorige en dan wordt het al rap minder. Het weerbericht voor de Duitse Bocht verwacht inmiddels ook buien met mogelijk onweer uit de NO-hoek. Het is dus zaak om hier zo snel mogelijk te verdwijnen. Zal het anker het houden en zal de boot vrijkomen? Alleen als ik de kop in de wind krijg kan ik hier weer weg. Midden in de nacht tussen de zich verplaatsende banken. RISICO!!!

Deze argumenten en de van angst gevulde ogen van mijn bemanning doen mij besluiten om via de VHF de toren op te roepen. Na een kort overleg spreken we af om 23.30 uur weer kontakt op te nemen, er vaart een reddingboot uit.

Het water loopt af en er komt weer kalmte in de boot en in de mensen. Marion een rode wijn, Marije kindercola, Georg bier en voor Carla thee met honing. Maar met de kalmte komt de stilte en de spanning wordt voelbaar.

Het menu van vanavond: Kip Tandoori met champignons, Tandoori-rijst en saus, salade van avocado, tomaat, feta, hüttenkäse, met een scheutje citroen, zout, peper en wat kruiden. Iedereen aan het werk!

Het eten is goed en de stemming verbetert. Na de afwas gaat Marije naar bed en wij praten onder het genot van een kop koffie. We komen zelfs zover om twee partijtjes Tri-Ominos te spelen, maar de derde ronde wordt door het opkomende water nadrukkelijk onderbroken. Het is 23.30 uur en de golven beginnen tegen de boot te beuken. 

De toren van Schier roept op met de mededeling dat de reddingboot van de Eemshaven (Anna Dorothea) is uitgevaren. In de pakken en zwemvesten aan. Marije, wakker en ingepakt in het midden, zo wachten de drie meiden naast elkaar de brekers af. Ze zitten aan de lage kant en kunnen in de schijn van het ankerlicht de golven zien aankomen. Het buist flink en bij iedere golf helt de boot sterk. Ik zit aan het anker; de lijn knarst bij elke breker. Voorzichtig probeer ik de kop meer in de wind te krijgen, maar ik ben bang het anker los te rukken en berust uiteindelijk in het lot. Het wachten is op de reddingboot. Marije begint er zelfs lol in te krijgen: die golven zijn leuker dan de kermis!
De reddingboot arriveert, aangekondigd door de marifoon en de lichten. Van de toren krijgen we een werkkanaal toegewezen en de operatie start. De reddingboot vaart op ons af, Carla schijnt met de lamp op onze ankerbal in het diepere water. Ongeveer op dezelfde hoogte stopt de reddingboot en vaart weer terug: te ondiep. Wachten en overleg.

De golven zijn minder vervelend geworden. Weinig branding tegen onze boot meer, het lijkt wel alsof de golven nu onder de boot doorgaan en pas verder op de plaat breken. Ik sta beneden een shaggie te roken tot ik ontdek dat de wind anders is gaan waaien:we zijn los, of, in ieder geval achter ons anker gestuiterd! De kop in de wind, motor aan, Marion aan het roer, Carla met de lamp en Georg aan de ankerlier plankgas naar de ankerbal. -No Go- Rustig, jongens„ niet nerveus worden. Bij kleine vaart vooruit zuig je minder water onder je schip vandaan, de machine overhit niet und steter Tropfen hölt den Stein. 

Dus met weinig toeren draaiende schroef langzaam naar de ankerbal gekropen, anker op en wij zijn vrij!!
Maar wat nu? op de reddingboot af. We volgen de redder tot in dieper water. Wat ben ik blij dat ik dit niet meer hoef uit te zoeken. De nacht is zwart en de boeien zijn niet verlicht. Nu stapt een van de mensen, Dhr. Schmidt, bij ons aan boord. Na overleg worden we naar een veilige ankerplek onder Rottumerplaat geleid en gaan op twee meter diep voor anker, de reddingboot langszij. Nadat we alle gegevens uitgewisseld hebben en een drankje is genuttigd worden we in rustig water achter ons anker alleen gelaten. Het is inmiddels vier uur en we zijn moe en maken ons op voor de resterende nacht. Ik gooi nog snel een handvol touw naar het anker en ga te kooi.

Tijdens het indommelen hoor ik nog wat aan de boot schuren, maar ik ben te moe om hier nog aandacht aan te schenken. Tot ik ineens door een harde klap wakker schiet: Het klonk alsof iets onder hoge spanning was gebroken. Nog even nadenken over dit geluid en naar de boot luisteren en voelen. We bewegen anders, is mijn conclusie en ik schiet in een onderbroek door het voorluik naar het anker: slappe lijn van nog geen drie meter en zonder anker! Wel  Onze positie tussen de vuurtorens lijkt nog wel dezelfde te zijn, dus op zoek naar het noodanker (12 à 13 kg) en een lange tros. Ankertje overboord en vijftig meter gestoken, rillend afwachten of het houdt. Schijnt goed te gaan, dan maar weer naar bed.

Op zondagochtend word ik om 10.00 uur wakker en kijk naar buiten. Het is laagtij en we drijven nog op 1.50 meter water.Na enig zoekwerk met de kijker kan Carla het anker op de plaat lokaliseren. Zij heeft van dit laatste avontuur niets meegekregen en wijdt zich vol energie aan de nieuwe opgave: Anker bergen. Dus eerst noodanker op (braaf klein dingetje) en we zijn een stuk naar het zuiden weer tegen de plaat op geschoven. Ik ga van boord de plaat op en ben met het anker op mijn nek terug-gesjouwd. De rest van de bemanning is inmiddels ook op de been en wij trakteren ons op een vorstelijk ontbijt met bosvruchten-yoghurt en gekookte eieren. Dan is het wachten op meer water. Ondertussen splits ik het ankertouw en kom tot de conclusie dat het om de loefbijter gewikkeld moet zijn geweest. Tijdens het droogvallen is de lijn onder een van de diepste punten van het schip gekomen. Na de prestatie Simonszand verwijt ik dit anker niets meer.

Om 12.15 uur gaan zeilend alle ankers op. Het is heerlijk zonnig weer met het bekende wolkje, wind oost 1 en wij druilen met de stroom mee het wantij in. Onderweg krijgen we toch nog een buitje en werken dit door middel van toastjes met tonijnsalade (recept Oma) weg. Zonder ook maar één keer aan de grond te lopen zeilen we tot in de havenmond te Lauwersoog. De drukte in en om de sluis werkt verrassend verfrissend. Zonder problemen gaan we met de tweede schutting mee en zijn tegen 18.30 uur weer in de box. Tijdens het opruimen ontdek ik nog dat de boegspriet uit z’n lood gebracht is, maar dat was waarschijnlijk niet de charter uit de sluis maar meer ons anker avontuur. Carla’s auto nog aangezwengeld, de bobinekabel was uit de stekker getrild. Toen ze vertrok hebben we haar met een wee gevoel laten gaan – nog drie uur rijden – maar met een ervaring rijker.